Vertalingen avoir lieu FR>NL
avoir lieu (ww.) | gebeuren (ww.) ; geschieden (ww.) ; plaats hebben (ww.) ; plaats vinden (ww.) ; plaatsen (ww.) ; plaatshebben (ww.) ; plaatsvinden (ww.) ; situeren (ww.) ; zich afspelen (ww.) |
avoir lieu | doorgaan ; vallen ; verlopen |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `avoir lieu`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: se passer